Jeroen Kloet

 schrijft inspirerende teksten in ons tijdschrift onder de rubriek ‘De dokter kijkt dubbel’. Hij is psychiater maar tevens ervaringsdeskundige. Enkele van zijn teksten zijn hier verzameld. 

Kies hier een artikel:

Vrienden voor het (l)even
De geboorte van diepere zingeving aan mijn leven
De stemmingsgetijden als seizoenen van het jaar
Plakband in mijn hoofd
Met het vallen van het blad komt de lente je tegemoet
Herstellen doe je zelf  !

Vrienden voor het (l)even

Met de beide voeten op de grond

Van jongs af aan ben ik altijd een twijfelaar geweest. Snel onzeker, niet erg vast met mijn voeten op de grond staand. Het maakte dat ik vaak een hang voelde naar vrienden die wel beter in staat waren zich te weren in de wereld. Intuïtief wist ik ze vaak snel te vinden: de vrienden met de grotere mond, de grotere durf . Zij wisten vaak heel goed wat ze van het leven verwachten konden, ik niet. Later zou ik leren dat alles maar schijn was en niemand echt weet hoe het zit. Als je jong bent, zie je dit niet of tenminste niet echt. Dus bestonden mijn talrijke vrienden vaak uit jongens, en later ook meiden, die bovengemiddeld sterk met de voeten op de grond stonden. In mijn beleving dan. En het dient gezegd, deze vriendschappen brachten me ook best wat. Mijn hang naar avontuur werd sterk bevredigd. Ik maakte van alles mee en deze lieden lieten mij heel andere werelden zien waar ik anders niet zo snel was geraakt. Mijn natuurlijke gave om me makkelijk aan te passen aan de anderen en hen te bieden wat zij nodig hadden, zorgde voor een natuurlijke balans. Met écht contact had het weinig van doen, het was meer een soort wederzijds contract waarin niet uitgesproken regels waren opgenomen wie wat van elkaar kon gebruiken.

Wie past er nu bij mij?

Mijn bipolariteit speelde mij toen ook al parten, maar deze bleef strikt verboden terrein. Niemand mocht dat weten. Ikzelf wist het feitelijk ook nog niet maar diep in mij wist ik wel beter. Alles in mij wist zeker dat bij een eventuele ontmaskering het contract ogenblikkelijk beëindigd zou worden. En ja…..een aantal depressies later, we zitten nu inmiddels in mijn twintiger jaren, deden mij inzien dat dit ook wel klopte. De uiterlijke schijn van onaantastbaarheid was inmiddels verleden tijd, het masker kon niet langer meer opgehouden worden. Een aantal vrienden bleven, degenen die mij echt kenden. Anderen haakten al snel af en sommigen heb ik zelf ook vaarwel gezegd. Het vermoeiende schijn op houden, was niet langer meer nodig. Het avontuur nam echter ook zienderogen af. Ik kon me niet langer op sleeptouw laten nemen van kick naar kick. In plaats daarvan moest ik het zelf uit gaan zoeken: Hoe houd ik mijn leven een beetje spannend? Maar bovenal, wat past nu eigenlijk echt bij mij?

Ontslaven. Klinkt dit raar?

Met het verstrijken van de jaren heb ik steeds meer inzicht gekregen in hoe het werkt voor mij. En daarmee verdwenen de mensen die hier niet in pasten ook steeds meer uit beeld. Anderen kwamen er voor in de plaats die beter pasten bij mijn echte leeftempo. Ik heb deze transitie als moeilijk ervaren, en kan het er soms nog steeds moeilijk mee hebben. Ik hecht me vaak sterk aan mensen en loslaten, vind ik moeilijk. Ook mensen die jarenlang uit mijn zicht zijn verdwenen, komen in mijn gedachten soms terug. Ik kan mijn tijd met hen soms idealiseren, toen was het leven spannender/uitdagender. Maar ook slopender, uitputtender en ik kon mijzelf niet echt zijn en raakte mezelf dus ook vaak kwijt. Gek toch hoe je geest kan blijven hangen aan iets waarvan je weet dat het eigenlijk niet echt bij je past. En toch gebeurt het me nog regelmatig. De rust die ik echter veel meer gevonden heb nu en de mensen om me heen die beter bij mij passen, dat is waar het uiteindelijk toch echt om draait. Soms denk ik wel eens dat ik verslaafd ben geraakt aan de kick van het niet in contact staan met mezelf en dat ik nog steeds aan het ontslaven ben. Klinkt dit raar? Eigenlijk wel, maar het voelt wel zo. Door niet bij jezelf te blijven, voel je ook minder de pijn van je eigen kwetsbaarheid. Vluchten is soms gewoon fijn maar het helpt zeker niet op langere termijn.

Wie is echt goed voor me?

Met mijn vaak nog jongere cliënten doorloop ik dit verhaal vaak. Maar dan uiteraard in hun versie die akelig vaak behoorlijk veel overeenkomsten kent. Het inzicht dat je een wereld heb gebouwd met sociale contacten die niet echt bij jou passen, is erg pijnlijk. De leegte die ontstaat als je deze loslaat, is soms enorm. Maar er komt uiteindelijk wel iets voor in de plaats. Echt contact met mensen die er voor jou ook echt toe doen en die je zien voor wie je bent, mét je kwetsbaarheid. In die zin zou je zelfs kunnen stellen dat je bipolaire kwetsbaarheid je kan helpen om eerder te gaan zien wat écht goed voor je is. Wie echt goed is voor jou. Dat vergt wel moed en zeker ook doorzettingsvermogen. Want makkelijk is het zeker niet.

Welke getijde ook!

Vallen en opstaan dus. Perioden van dapperheid wisselen zich makkelijk af met perioden waarin ik weer weg kijk, met perioden waarin ik de uitdaging niet aan wil gaan. Openheid naar vrienden en familie toe is enorm belangrijk in mijn beleving. Dat is misschien nog wel het moeilijkst. Eerlijk zijn en eerlijk blijven over hoe het je gaat. Soms ben ik er helemaal klaar mee en doe ik net of er niets aan de hand is. Het werkt, even. Maar uiteindelijk ploft de zeepbel uiteen en weet je het weer: Ja, ik heb te maken met een chronische kwetsbaarheid. Ja, mijn stemmingsgetijden komen en gaan en zullen nooit écht helemaal weg gaan. En als je dat beseft, dan is het pure rijkdom om je te realiseren dat er mensen zijn die van jou houden, die om jou geven in welk getijde je ook verkeert.

De geboorte van diepere zingeving aan mijn leven

Zeer binnenkort is er een wonder op komst in mijn leven. Zo heb ik het althans mogen ervaren na de geboorte van mijn dochter nu dik 8,5 jaar geleden. Ditmaal zal er een jongetje geboren worden en mijn hart maakt vreugdesprongetjes om wat komen gaat.

Gebakken lucht?

Tegelijkertijd is er ook serieus stress gaande in mijn brein. Niet lang na de geboorte van mijn dochter ben ik destijds in een serieuze depressie beland. Nu had ik daarvoor mezelf al zo’n twee jaar aan staan zwengelen op mijn werk om alles maar recht te houden en was ik meer dan uitgeput. Dat was de tijd dat ik diep van binnen wel wist dat ik erg gevoelig ben voor stress en mijn stemming dan behoorlijk kan gaan schommelen. Het was ook de tijd dat ik zo mijn manieren had gevonden om mezelf in een soort permanente hypomanie te houden. Weinig slapen, veel tot zeer veel koffie drinken, veel sporten. Ik voelde mij vaak bijzonder goed, bijna onoverwinnelijk. Dat gevoel kon echter soms plots zomaar imploderen als een luchtballon waar de spanning ineens volledig weg zakt en het geheel zomaar te pletter dreigde te slaan op aarde. Die momenten duurden maar kort en ik hervond vaak snel weer de opwaartse druk door maar genoeg hete lucht erbij te pompen. Of was het gebakken lucht ? 

Harde landing

Welnu, nu achteraf bezien was het niet zo vreemd dat de luchtballon uiteindelijk wel moest vallen. Maar vrij snel na de geboorte van je eerste kind nauwelijks nog iets voelen bij dit wonder op aarde en al helemaal niets meer voelen bij al het ander. Dat was wel een hele harde landing toen. En de angst die erbij kwam kijken, immens. 

Rust: welkome gast

Mijn brein is dus verheugd en bang tegelijk voor wat komen gaat. Ditmaal wel goed voorbereid is niets zeker. Nog niet zo lang geleden werd me na een korte nacht met weinig nachtrust weer duidelijk hoe snel het tij kan keren in mijn hoofd. En hoe lang het ook weer duurt voordat de rust weer mag terugkeren. De onrustige geest, altijd maar weer op zoek naar rust en harmonie met haarzelf. De momenten dat ik dat mag beleven zijn erg bijzonder. Juist omdat onrust zo bekend is wordt de rust een zo welkome gast.

Zeer welkom

Over welkome gasten gesproken. Mijn zoon in wording is zeer welkom en ik wil hem graag een vader schenken die beter met zijn kwetsbaarheid om kan gaan zodat hij een vader kan zijn die hem biedt wat hij nodig heeft. Dit schrijvende realiseer ik me dat er de nodige patiënten van mij de revue gepasseerd zijn die dit geluk niet hebben gehad. Al worstelend nam de ziekte het tijdelijk weer van hen over en deed hen belanden in situaties die zijzelf nooit gewild zouden hebben, en al helemaal niet voor hun pasgeboren kind. De spijt, het verdriet achteraf is vaak groot. Terwijl het zelden hun schuld is.  Dit soort optaters krijg je er soms gratis bij als je een bipolaire aanleg bezit. Het ziek worden zelf is al beangstigend, de nasleep is mogelijk nog pijnlijker.

Het komt niet vanzelf

Er is mij dus veel aan gelegen goed zorg te dragen voor mezelf zoals dat zo mooi heet. Dat deed ik al wel maar niet alles is beheersbaar. Geluk zal zeker nodig zijn om hier heelhuids doorheen te komen en verder probeer ik vooral toch maar met de reeds geleerde lessen hier doorheen te komen. Het levensgeluk dat zo’n miniversie van jezelf en je partner kan geven is enorm groot. Maar het komt niet vanzelf, dat weet ik inmiddels helaas wel uit ervaring.

Plakband in mijn hoofd

Praten met de kwetsbare medemens

Ik start mijn auto in de parkeergarage die gelegen is schuin onder het raam van mijn werkkamer in Tilburg. Het was een drukke dag vandaag maar wel één met meerdere boeiende gesprekken met cliënten. Deze gesprekken geven ontegenzeggelijk betekenis aan mijn leven. Praten met de kwetsbare medemens doet me vaker afdalen tot de gespreksonderwerpen waar het mij werkelijk om gaat in het leven dan menig ander mondeling onderhoud binnen mijn privé leven.

Dwangmatige neiging

Ik zet de muziek aan in mijn auto terwijl ik langzaam optrek richting de uitgang van de garage. En terwijl ik mijn auto de straat opdraai begint de muziek langzaam mijn brein binnen te dringen. Ditmaal een cover van het nummer ‘Someone that you used to know’ van Gotye. Het blijft me altijd weer verwonderen wat muziek met je kan doen. Een bepaalde klank, een stuk tekst of de precieze timing van een nieuw ingezet nummer. Het kan je in vervoering brengen. Je lichaam reageert in haar hele zijn en extase kruipt omhoog in je brein.

Zelf heb ik altijd de dwangmatige neiging om dit soort gevoelens direct weer op te roepen door een nummer dat mij zo beroert keer op keer weer af te draaien. Net zo lang totdat het verslavend effect ervan af begint te nemen. Het nummer zelf echoot nog lang na. Dagen tot wel weken.

Ronde voor ronde

Zo kan het ook gaan met indrukken van alledag. Een drukke werkdag, een feestje bij een bekende of een drukke winkelstraat. Veel indrukken blijven plakken. Eenmaal weg van de plek zelf voel ik de indrukken die ik opgedaan heb nog een tijd doorgaan in mijn hoofd. Als de avond intreedt en iedereen langzaam tot rust komt dan begint het orkest soms pas echt te spelen . Als een ware carrousel komen de indrukken telkens weer ronde voor ronde langs. Verzet heeft geen zin, dat doet de carrousel alleen maar harder draaien.

Het blijft kleven

Nee, een echte remedie tegen het plakband in mijn hoofd heb ik nog niet gevonden. Het plakband waar alle dagelijks indrukken zo aan blijven hangen. Het plakband dat maar moeizaam los laat en onverbiddelijk bij een nieuwe drukke dag weer kleven gaat. Sporten, sauna, meditatie, lange wandelingen en rustige klassieke muziek luisteren zijn helpend maar zeker niet helend.

Drukker en drukker

Ooit was ik bij een workshop over bipolariteit gegeven door professor Kupka, een Nederlands psychiater die gespecialiseerd is in bipolaire stoornissen. Hij stelde tijdens zijn verhaal dat mensen met bipolaire stoornissen dikwijls moeite ervaren om de drukte van alledag tot rust te laten komen in hun hoofd. Daar waar anderen het geroezemoes dikwijls langzaam horen uitdoven daar wordt de innerlijke wereld van de bipolaire medemens juist vaak drukker en drukker. Terwijl ik het hoorde sloeg deze zijdelings bedoelde opmerking bij mij in als een bom. Dit ervaarde ik dus al die jaren. Daarom werd ik steeds drukker en drukker onder mijn studiematen tijdens de avonduren daar waar de rest zich langzaam mee liet voeren naar de rust van de nacht. Daarom hoorde ik de muziek nog uren na klinken in mijn hoofd als ik naar een dansfeest was geweest en daarom kon ik de expansieve drukte van een verjaardagsfeest dikwijls nauwelijks aan en bluste ik het geheel met wat alcohol onder de noemer dat ik gezellig mee wou doen. Om buiten gekomen de rust en kalmte van de nacht als een behaaglijke deken te ervaren nu de buzz weer voorbij was.

Tussen twee vuren

Het is zo’n voorbeeld waarvan je als neutrale toehoorder mogelijk zult zeggen : “Ok , interessant dat dit blijkbaar anders werkt bij mensen met een bipolaire kwetsbaarheid”. Maar voor mijzelf omhelst het mijn leven. Daar ik dikwijls op zoek ben naar wat spanning en avontuur omdat ik nu eenmaal zo ben, maar mijn brein dat dus maar zeer moeizaam trekt, zit ik vaak gevangen tussen twee vuren. En ja, dat hoort ook bij het leren omgaan met deze kwetsbaarheid. Maar wat een ingewikkelde puzzel is dat om te leggen.

Een dun laagje ijs

Het is zo’n ervaringsdingetje van me waarbij cliënten van me merken dat we dit gemeen hebben. Onder mijn cliënten met een psychotische kwetsbaarheid komt het ook vaak voor en evenzo bij andere psychische kwetsbaarheden. Leren leven met een ziel die zo kwetsbaar kan zijn als een dun laagje ijs na lichte nachtvorst in een leven waar de kuddedieren je soms massaal voorbij stampen. Ik geef het je te doen.

De stemmingsgetijden als seizoenen van het jaar

Ik moet u bekennen dat het mij als psychiater natuurlijk niet vreemd in de oren klinkt als we het hebben over seizoensgebonden stemmingsklachten. Dat is haast een vanzelfsprekendheid. Vanuit de jeugd leert men al dat met het vallen van het blad de medemens soms kan verzinken in somberte en andere kommer en kwel. Maar zijn de seizoenen nu altijd van invloed geweest op mijn stemming? Ik moest daar serieus even goed over nadenken. 

Ruimte in mijn hoofd

De winter is mij eigenlijk deels gunstig gezind geweest altijd. De koude, de heldere open luchten en bovenal de sneeuw (hoe sporadisch ook) hebben altijd goed doorgewerkt in mijn stemming. Ik kreeg er letterlijk ruimte van in mijn hoofd en kon helderder en scherper nadenken. Maar de korte dagen konden mij ook gevangen houden in angst en somberte met weinig uitzicht op beter. Daar het nog wel even ging duren voordat de zon weer langer aan de horizon mocht blijven hangen. Overal beschouw ik de winter toch als prettig. De ruimte in mijn hoofd die ontstaat bij de kou is zalig. Het repetitief denken neemt af, het gepieker wordt gefluister en ik ervaar mezelf makkelijker in het nu. Het gekke is dat ik dit eigenlijk vrijwel nooit aan mijn cliënten vraag of men dit herkent.

Lentecadans

Zodra de dagen langer worden en het aantal zonuren rap toe mag nemen is voor de gemiddelde medemens het teken het terras weer op te zoeken. De natuur vult zich met kleur en zo ook de lucht met de aroma’s van bloesem en stuifmeel. Met mijn hooikoorts is dat niet persé altijd een feest maar ik moet zeker wel bekennen dat ook dit jaargetijde mij goed mag doen. Het is nog niet té warm en de stuwende werking van het ontwaken van de natuur brengt mijn gemoed ook in een fijne cadans.

Hete luchtstromen

De zomer vind ik zelf dus een probleemgebied. Waar anderen dit jaargetijde adoreren daar heb ik er al van jongs af aan een ambivalente verhouding mee. De hitte werkt vaak drukkend. Ook op mijn gedachtestroom. Het wordt snel druk in mijn hoofd en ik word als het ware aangezwengeld in mijn hoofd door hete lucht. Gedachten versnellen, raken makkelijk op hol en mijn stemming daarmee ook. Of is het andersom? Hoe dan ook, de zomer jaagt aan. En ik word niet graag aangejaagd, dat doet mijn geest namelijk al vaak genoeg helemaal zelf. Nu ik dit zo beschrijf vraag ik me echt af of er meer mensen zijn die dit herkennen, mensen met een bipolaire geest. 

Een treetje lichter

De herfst ten slotte is de periode van melancholie en berusting voor mij. Somberheid kan zeker toeslaan maar meestal is het gelukkig een treetje lichter. Melancholie, de staat van zijn die net boven somberheid hangt, is een bijzonder plek om te zijn. Deze plaats is vaak creatief en de bezinning die erin volgt leidt soms tot mooie inzichten over jezelf. 

Dus ja, de seizoenen hebben hun invloed op mij ook al is deze natuurlijk niet zo zwart wit als hierboven omschreven. De lente komt eraan en daarmee mag ik me weer op gaan maken voor de ontspringende bloemen in mijn brein en de creativiteit die dit hopelijk weer met zich mee mag brengen. 

Het komt zoals het komt

Voordat ik lithium begon te gebruiken waren bovenstaande effecten duidelijk veel sterker. En dat kon soms heel bijzonder zijn om te ervaren maar dikwijls toch vooral ook vermoeiend tot uitputtend zelfs.  Ik durf wel te stellen dat de draaglijkheid die nu ontstaan is voor mij het besef van de komende seizoenen heeft doen afzwakken. Het komt nu meer zoals het komt daar waar het eerder een aankomend spook of juist verlichting kon zijn. Dit is overigens geen pleidooi voor het middel lithium. Velen hebben andere ervaringen opgedaan. Dit is simpelweg hoe het voor mij nu werkt.

Met het vallen van het blad komt de lente je tegemoet

Het baart me zorgen, grote zorgen…

Zoals menigeen wel bekend is, valt naast het blad in de herfst ook de stemming nogal eens uit de levensboom. De dagen worden snel korter, we worden teruggeworpen in onze binnenwereld met de intrede van de duisternis buiten.
Na een bijzondere zomer met zeer mooi weer, té mooi weer, bekruipt mij momenteel weer het gevoel : Hier klopt iets niet. Vanmorgen ging ik op pad voor weer een werkdag bij het vroeg interventie psychose team van GGZ Breburg en een soort zwoele lentebries kwam mij tegemoet. Geen jas, korte mouwen en hop de auto in. Nu zit ik momenteel weer even in een lichte stemmingsdip maar het huidige jaargetij is daar dit keer geen debet aan vooralsnog. Het lijkt wel lente en dat baart zorgen. Zoals het ook zorgen baart dat de zomer wel erg warm en droog was dit jaar.

Het uitdoven van de nagloed van de manie

Het is ontegenzeggelijk druk momenteel op het werk. De kortere dagen eisen hun tol en ontlokken crisissituaties bij mensen die steeds minder zin in het leven zien. Dat betekent vaak meer zogenaamde suïcidaliteitsbeoordelingen. Een bizar concept in mijn beleving. Binnen één gesprek mag ik iets vinden van iemands suïcidaliteit. Alsof dat ook echt mogelijk is, een goed doorleefd verhaal reproduceren rondom de redenen dat iemand het leven niet meer ziet zitten. Zelf ervaar ik het meer als een schets van een moment uit iemands leven. En om tot deze schets te komen dien ik allereerst contact te maken. En juist dat is nog niet zo makkelijk bij iemand die er soms al een hele rit met emotionele ellende op heeft zitten. Begrijp me goed, ik weet ook zo snel niet een betere weg maar het blijft wel belangrijk te onderkennen dat we het dikwijls nauwelijks weten hoe het er nu echt aan toe gaat binnen iemands geestestoestand. En ja, er is dus wel degelijk een link te leggen met de herfst en de naderende winter. Daar waar de zomer met haar zinderende hitte welhaast lijkt op een manie met al haar bravoure, onstuimigheid en expansieve drukte daar is de herfst meer de nagloed van de manie die langzaam uitdooft en overgaat in de depressie. Bravoure wordt verlegenheid, onstuimigheid wordt verstilling en expansief wordt leeg en hol.

De worm eet de appel van de hoop

Het is bekend dat bij bipolariteit er percentueel veel mensen zijn die suïcidaal geraken of zelfs daadwerkelijk uit het leven stappen. Dat zal vast deels voortkomen uit de heftigheid van de seizoenen van deze aandoening. Anderzijds wordt vaak de chroniciteit ernstig onderschat. Het telkens maar weer opnieuw vallen, opstaan en zelfs even opstijgen eisen haar tol met de tand des tijds. Het is een sluipmoordenaar die op de loer ligt onder het geweld van de manie en de depressie zelf. Het vreet zich langzaam een weg dwars door de appel van hoop. Zelf heb ik meermaals in het verleden gedacht aan zelfdoding. Best een heftig iets om zo op te schrijven. De gedachten kwam er gewoon als de depressie maar diep genoeg was. En ze verdwenen ook zodra het weer beter ging. Dat was op zich helder. Maar het vreten van de worm van wanhoop ging vaak diep van binnen door : Hoe vaak moet ik nog door deze cycli heen die zich iedere 6-8 weken opdrongen? Hoe vaak moet ik weer door dat zielenslijk heen waden? Dat er ook perioden van ontremming met extase tegenover stonden was een leuk uitstapje maar het lijden beklijft toch het meest. Sinds ik lithium gebruik zijn de cycli verdwenen. Soms ben ik nog opgetogen en extatisch soms nog somber en licht angstig van aard. Maar meestal gewoon beter en stabieler. En dat heeft de worm het zwijgen opgelegd voorlopig. Hij is gestopt met het eten van de appel van hoop.

In het uur van de crisis

Ik realiseer mij erg goed dat dit proces bij een ieder anders verloopt. En ook de wijze waarop mensen hun eigen proces beleven is enorm verschillend. Om tot een redelijke schets te komen is het wel van groot belang hier iets van mee te krijgen tijdens zo’n crisisgesprek. Waarom juist nu die overtuiging dat het niet meer gaat? Wat is er nu precies gebeurd waardoor het kaartenhuis ineen dreigt te vallen? Via deze weg kom je binnen een gesprek soms tot opmerkelijke inzichten van mensen en de weg die ze al afgelegd hebben. Je zou kunnen zeggen dat in het uur van de crisis de mens soms juist goed bereikbaar is. De mantel van schaamte en ontkenning wordt afgeworpen. Het moet er nu wel over gaan want we zijn het er over eens dat het niet meer langer zo gaat.

Vooral ‘zijn’ doet veel

Probeer er juist dan ook te zijn. Je kunt onnoemelijk veel betekenen als naaste als je er simpelweg bent als de ander in het ravijn dreigt te storten. Je hoeft het niet op te lossen, de grootste kenner (de cliënt zelf) komt er ook niet meer uit. Maar vragen naar de weg die hij/zij heeft afgelegd en waar het te zwaar werd is een enorm steunend iets. Het biedt erkenning van het lijden. En ja, na de winter komt ook weer de lente met al haar kleuren en fleurigheid. Elke miserabele periode gaat ook weer voorbij, maar zo’n opmerking doet vaak geen recht aan het lijden waarin iemand op dat moment verkeert. Erkennen dat het niet meer gaat, stil staan bij het lijden en er vooral zijn doet veel. Hopelijk zal het niet te vaak nodig zijn in de tijd die komen gaat. Dat hoop ik oprecht voor u allen en ook voor mijzelf.

Herstellen doe je zelf !


Mogelijk is het verstandig bij aanvang met een mededeling te starten voor de dierbare lezer die geïnteresseerd is in dit stukje tekst.
Als het aankomt op slogans zoals herstellen doe je zelf, dan bekruipt mij direct een sceptisch gevoel. Dat is niet persé gericht op deze slogan zelf, maar meer op slogans in algemene zin. Hoe positief de slogan ook bedoeld mag zijn, ik ervaar ambivalentie (tegenstrijdigheid). En ik zal u trachten uit te leggen waarom.

Welnu, waar komt toch dit sceptisch gevoel vandaan ? Alles aan het thema straalt toch een bepaalde positiviteit uit ? Het gaat immers om herstel (wat de definitie daarvan ook precies moge zijn) en het gevoel binnen dit proces regie te hebben en te behouden. Hoe kun je daar nu kritisch op zijn ? En inderdaad, dat klopt ook wel. In de kern van de zaak sta ik er ook zeker achter.

Ja, wat is herstel.
Indien je echter wat uitzoomt als een helikopter boven het landschap dat de mens heet dan wordt ja als psychiater, maar zeker ook als patiënt/cliënt, als snel helder dat het proces zoveel complexer is dan dat. Zoals ik tussen haakjes al aangaf begint dit misschien wel bij het woord herstel zelf. Want waar staat dat nu exact voor ? Het leren inzien, verdragen en het om leren gaan met je kwetsbaarheid is een proces dat mogelijk wel doorgaat tot de dood. Het woord herstel ben ik binnen mijn opleiding tot arts gaan zien als volledig opknappen van een verstoord proces in het lichaam. We weten inmiddels dat dit voor de geest zeer vaak niet opgaat. Het is meer het zoeken naar een nieuwe balans binnen het complexe landschap dat kwetsbaarheid heet. En dat lukt vrijwel nooit helemaal alleen. Daar heb je denk ik zelfs per definitie anderen voor nodig.

Herstellen doe je niet alleen.
Anderen om je te laten voelen dat je er nog toe doet, je niet verandert bent in hun ogen. Dat men je nog steeds net zo lief heeft. Anderen om je te helpen inzien wat er allemaal soms gebeurt onder die hersenpan en wat voor impact dat heeft op jouw leven. Anderen om je te volgen en bij te springen waar nodig als je op je pad dreigt te verdwalen of daadwerkelijk verdwaalt. Anderen om je te leren anders om te gaan met jezelf en met anderen. En ga zo maar door. En natuurlijk ben jij de spil, het gaat immers om jou. Maar het maakt wel een enorm wezenlijk verschil waar je je bevindt binnen je eigen landschap of je nog in staat bent je eigen proces te managen.

Precies in dit punt schuilt mijn allergie voor de slogans. Ze pretenderen binnen één of twee zinnen te vatten waar het accent zou moeten liggen binnen je proces. En dat is uiteraard mijn interpretatie ervan, ik kan me zeer goed voorstellen dat dit voor anderen niet zo opgaat. Binnen mijn eigen zoektocht, die jaren heeft geduurd, ben ik steeds allergischer geworden voor simplificatie van psychische problemen. Het is een ontzettend moeilijk , en vaak eenzaam, proces. Je doet al vreselijk veel alleen, meestentijds ben je simpelweg aan jezelf overgeleverd en mag je het zelf uitzoeken. En jazeker, ik wil graag binnen dat proces de regisseur blijven. Kan ook niet anders, er is maar één regisseur over mijn leven en dat ben ik zelf.

Toch zie ik als psychiater, en ook als patiënt, toch met enige regelmaat bepaalde winden waaien binnen psychiatrische instellingen waarbij de nadruk op herstellen doe je thuis/of doe je zelf wordt gebruikt als reden om patiënten vooral niet te lang in zorg te houden/ ze spoedig weer met ontslag te laten gaan . En als dan blijkt dat de betreffende patiënt hier binnen zijn landschap nog niet aan toe is dan wordt deze gezamenlijke visie snel ter hande genomen om het handelen te verklaren. Terwijl je van een afstand bekeken simpelweg kijkt naar een proces waarbij de lijdende patiënt te snel weer losgelaten wordt, te snel weer overgeleverd wordt aan de grillen van het eigen bestaan. Begrijp me ook hier weer goed in aub. Ik ben groot voorstander van kortdurende opnames, snel weer in je kracht geraken om te voorkomen dat je mogelijk verder weg zakt in alle misère. Positieve ervaringen op gaan doen waarbij je zelf betrokken bent en waarbij je zelf ook de lijnen uit zet. Maar dit is gewoon niet altijd mogelijk. En wie heeft er eigenlijk de regie als we iemand met lichte drang weer naar huis sturen om daar vooral zelf weer aan het eigen herstel te gaan werken ? Niet de patiënt zelf, dat weet ik wel.

Zoals altijd , in mijn beleving dan, gaat het niet om wat men zegt maar hoe men het zegt. En slogans zijn geen uitgesproken woorden . De intonatie ontbreekt en daardoor is het voor velerlei uitleg vatbaar. Ik mis de toon dus, de ware intentie. Want die ligt per behandelaar, per manager, per directeur, per lid van de raad van bestuur anders. We zeggen hetzelfde, maar bedoelen diep van binnen soms iets heel anders. De één vaart wel bij de kostenbesparing van zo’n slogan, de ander geraakt juist in verwarring en weer een ander wordt er boos van.

De intentie dus. Het voornemen een handeling te verrichten, de intentie. Maar welk voornemen , en welke handeling ?
Patiënten zijn vaak zuiver in hun voornemens, in hun intenties diep van binnen. Soms ook helemaal niet, dan liggen er allerlei misleidende sluiers over hen heen waardoor hun ware intenties verborgen blijven. Dat geldt voor hulpverleners al net zo.
Dus als zowel de patiënt als hulpverlener en de omringende betrokken personen zuiver zijn in hun handelen dan kan deze slogan zeker werken. En anders eerlijk gezegd niet !

Het past bij deze tijd denk ik zelf. Korte krachttermen, stoere ferme taal. Maar wat er achter schuil gaat aan werkelijk beleid, aan werkelijke intentie is altijd maar de vraag. Bij een gebrek aan psychiaters binnen onze instelling werd recent kritisch aan mij gevraagd wat ik veranderd zou willen zien aan de ggz. Nu is dat niet samen te vatten met één regel maar bovenaan mijn lijst stond met stip op 1 : Stop met window dressing. Hou op met alles zo mooi en catchy te maken . Onze website is om van te smullen. Eenmaal binnen valt het toch behoorlijk tegen en blijken er weinig smaken te zijn. Daar kan niemand iets aan doen maar waarom alles zo mooi maken ? We lijken vooral erg bezig te zijn met wat de ander van ons vindt zonder echt stil te staan bij transparant zijn/eerlijk zijn over hoe het werkelijk is.

Dus ja , herstellen doe je zelf. Het klopt in de kern van de zaak maar het ligt heel wat genuanceerder dan dat.