INTERVIEW IN DE STANDAARD: LIEVE EN GRIETJE LODEWYCKX

‘Toen ze mijn zus wilden platspuiten, heb ik haar in huis genomen’

Al jaren kampt Lieve Lodewyckx met depressies. Pas nadat een psychiater de diagnose van bipolaire stoornis had gesteld, kon ze haar leven stap voor stap weer opbouwen. Haar jongere zus Grietje helpt haar daarbij.

‘Het kan zijn,’ zegt Lieve Lodewyckx (57), ‘dat ik het interview straks even moet ­onderbreken om in de tuin te gaan ­wandelen. Ik heb het moeilijk om me lang te concentreren.’ Op haar 57ste weet ze hoe ­belangrijk het is om goed voor zichzelf te zorgen. ‘Uit ervaring weet ik dat mijn stemming zo kan omslaan. Een bipolaire stoornis, dat is iedere dag ­opnieuw zoeken naar evenwicht.’

Haar jongere zus Grietje helpt haar daarbij. ‘We kennen elkaar door en door’, zegt Grietje Lode­wyckx (53), die in de ­farmasector werkt en zelf in Lille woont. De zussen zien elkaar wekelijks en bellen als ze daar behoefte aan hebben. Soms is dat dagelijks, soms minder vaak. ‘Intussen voel ik bijna in­tuïtief aan wat mijn zus nodig heeft’, zegt Grietje.

Nadat hun jongste broer Wim op zijn 17de was gestorven aan hart­falen – dat ­gebeurde in 1995 – zonk Lieve Lodewyckx voor het eerst weg in een diepe depressie. ‘Op dat ­moment dachten wij dat ze door een donkere periode ging, maar dat ze nadien wel weer de oude zou worden’, vertelt haar zus.

Braken van de stress

Na haar herstel ging het een tijdje beter met Lieve, en kon ze haar werk als kleuteronderwijzeres weer opnemen. Maar er volgde opnieuw een depressie, en daarna weer één. Lieve kreeg medicatie en therapie voorgeschreven. De pillen hadden vervelende bijwerkingen – gewichtstoename, misselijkheid, verminderde concentratie – maar hielpen niet fundamenteel.

Familieleden zagen haar opnieuw wegglijden. Het kantelpunt kwam er in de zomer van 2009, toen Lieve met haar gezin op vakantie zou vertrekken. ‘Ik was aan het inpakken, maar tegelijkertijd heel ons huis aan het reorganiseren. Ik ging maar door, kon ’s nachts niet meer slapen. Ik moest braken van de stress. Soms moest ik letterlijk op de grond gaan liggen om tot rust te komen. Er ging ­zoveel tegelijk door mijn hoofd. Ik kon niet stoppen: het was alsof ik op iedere prikkel moest reageren.’

‘Ik zag dat mijn zus heel ver ging’, zegt Grietje. ‘Achteraf weet ik dat ze toen een manische periode doormaakte, maar op dat moment had ik daar geen idee van.’

De nacht voor ze op reis zou ­vertrekken, belde Lieve zelf de hulpdiensten. ‘Ik zag geen uitweg meer’, vertelt ze. ‘Ik liep helemaal vast in mijn hoofd.’

Ze werd die nacht met spoed ­opgenomen in het ziekenhuis. ‘Toen ik haar ging bezoeken, zag ik voor het eerst dat de ­hersenen van mijn zus verkeerde connecties maakten’, vertelt Grietje. ‘Ze sprak allerlei korte zinnen na elkaar uit die totaal geen verband hielden. Het was alsof een telefoonlijn ­constant werd doorgeschakeld en verschillende gesprekken door ­elkaar ­liepen. Op dat moment ­besefte ik dat mijn zus heel ziek was.’

Voor Lieve was die opname heel intens. ‘De dokters zeiden dat ze haar meer medicatie zouden geven, zodat we zeker een week, maar misschien langer, niet meer met haar zouden kunnen praten’, vertelt Grietje. ‘Dat voelde zo verkeerd. Toen ik een tweede keer op bezoek ging, kon Lieve amper nog uit haar ogen kijken. Een dag voor ze mijn zus volledig zouden plat­spuiten, heb ik beslist om haar mee naar huis te nemen.’

Goede behandeling, eindelijk

Dat was een grote stap voor de zussen, maar het zou een doorbraak betekenen in haar herstel. Grietje bracht haar zus naar een andere psychiater die vaststelde dat Lieve Lodewyckx manisch-depressief was. ‘Eindelijk kreeg ik de gepaste ­behandeling’, vertelt Lieve. ‘Ik ben mijn zus nog ­altijd dankbaar voor wat ze toen gedaan heeft.’

Er volgden nog moeilijke periodes. Zes jaar geleden ging Lieve met medisch pensioen. ‘Dat was een zware klap en voelde als een mislukking’, vertelt ze. ‘Ik had heel graag langer willen werken, maar het lukte niet. Het was moeilijk om dat toe te geven.’

Intussen heeft ze de juiste combinatie van medicatie gevonden. Om de zes ­weken gaat ze op consultatie bij haar psychiater. Daar krijgt ze ook therapie. Maandelijks gaat ze naar de bijeen­komsten van Ups & Downs, waar ze ­lotgenoten ontmoet. ‘Ik heb geleerd hoe belangrijk het is om te praten over ­psychische kwetsbaarheid en die te ­erkennen. Pas dan kun je weer ­opbouwen.’

Grietje biedt steun door veel te luisteren, te blijven vragen hoe en waarmee ze kan helpen, te blijven stimuleren en uitnodigen om samen iets te doen. ‘Ook voor mij is dat heel ingrijpend en ­vermoeiend.’

Vandaag gaat het goed met Lieve. Ze is voor het eerst oma geworden en heeft een nieuwe relatie. Het gemis van haar job als kleuterjuf vult ze onder meer in met schilderen en vrijwilligerswerk in de geestelijke gezondheidszorg. De zussen schreven samen een depressiegids die lotgenoten en hun familie­leden duidelijke informatie geeft, iets wat hen in het verleden ontbrak.

Ook voor haar omgeving was de juiste diagnose een bevrijding. ‘Ik besefte daardoor dat mijn zus niet meer de ­oude zou worden. Dat kan ook niet: iedere manie en depressie laat sporen na in de hersenen, waardoor iemand ­anders gaat functioneren’, zegt Grietje Lodewyckx. ‘Dat besef is hard, maar ­tegelijkertijd ­betekent het ook dat je verder kunt.’